Je kent ze vast wel: de mastworp, veterstrik, schootsteek en platte knoop. Het zijn allemaal knopen en daarvan zijn er ontzettend veel verschillende. Gelukkig is het helemaal niet nodig om deze allemaal te kennen. Hieronder staan een paar van de belangrijkste knopen beschreven. Het is goed om deze knopen wél te kennen!
Met een platte knoop kun je twee touwen die ongeveer even dik zijn aan elkaar vastmaken. Deze knoop wordt vaak gebruikt om een touw langer te maken door er een ander touw aan vast te knopen. Het bijzondere van de platte knoop is dat hij goed vast blijft zitten omdat hij zichzelf strak trekt, maar wel weer makkelijk los te maken is.
De platte knoop is een erg simpele knoop om te maken. Hou het uiteinde van het éne touw in je linkerhand en het uiteinde van het andere touw in je rechterhand. Doe het touw wat je in je rechterhand hebt over het touw in je linkerhand. Daarna doe je het touw wat je nu in je linkerhand hebt over het touw in je rechterhand.
Wanneer je twee touwen die niet even dik zijn aan elkaar wilt vastmaken gebruik je een schootsteek. Net zoals de platte knoop is de schootsteek erg stevig, maar ook weer makkelijk los te maken.
Maak van het uiteinde van het dikke touw een lus. Het dunnere touw steek je vanaf de onderkant door de lus en daarna om de twee strengen van het dikke touw heen. Als laatste steek je het dunne touw nog een keer onder zichzelf door.
De mastworp is een handig knoop voor het vastmaken van een touw aan bijvoorbeeld een houten balk. Je gebruikt hem bijvoorbeeld voor het vastmaken van een vlaggenlijn aan een vlaggenmast. Ook is de mastworp het begin van de kruissjorring.
De mastworp maak je door met je touw een kruis te maken op de balk. Daarna steek je het touw onder de kruis door. Zorg dat je het touw strak trekt zodat de knoop goed blijft zitten.