Het dwarsprofiel van een rivier moet moet je met zorg maken. Eerst maak je metingen, bijvoorbeeld om de meter, van de diepte van de rivier. Dit kun je bijvoorbeeld doen met een lange stok vanuit een kano of vanaf een brug. Vervolgens teken je deze meetpunten op schaal uit. Daarna kun je het dwarsprofiel afmaken door de punten te verbinden en de meetgegevens erbij te schrijven.
Om bijvoorbeeld de hoogte van een boom te meten gebruik je de gelijkvormige driehoeken methode.
A/B = C/D
A is bekend, nl. de voet van het voorwerp tot
het waarnemingpunt.
B= onbekend nl. de gevraagde hoogte.
C= bekend, nl. de voet van de liniaal.
D= bekend nl. de lengte van de stok.
Bijvoorbeeld:
a=15 m
b=?
c=3 meter
d=2 m
15:? =3:2 b= 15*2 / 3 = 10 m.
Op het noordelijk halfrond is het noorden te vinden met behulp van de Poolster. De Poolster staat altijd in het noorden. Je kunt hem vinden door de twee achterste sterren van de Grote Beer ongeveer 5 keer door te trekken in een denkbeeldige lijn.
Met een horloge:
Leg het horloge plat neer en wel zo dat de kleine wijzer naar de zon wijst. Deel de kleinste hoek tussen de twaalf en de kleine wijzer doormidden. Die denkbeeldige middellijn wijst nu naar het zuiden.